DE CEDER

Ik heb een ceder in mijn tuin geplant,
Gij kunt hem zien, gij schijnt het niet te willen
Een binnenplaats, meesmuilt ge, sintels, schillen,
En schimmel die een blinde muur aanrandt
Er is geen boom, alleen een grauwe wand.
Hij is er, zeg ik, en mijn stem gaat trillen,
Ik heb een ceder in mijn tuin geplant,
Gij kunt hem zien, gij schijnt het niet te willen

Ik wijs naar buiten waar zijn ranke, prille
Stam in het herfstlicht staat, onaangerand,
Niet te benaderen voor noodlots grillen
Geen macht ter wereld kan het droombeeld drillen.
Ik heb een ceder in mijn tuin geplant.


Han G. Hoekstra





volgende gedicht
Gedichtenindex
home